Velbus terminators en adressen
- Geplaatst op
- Door Wim Beckers
- Geplaatst in terminator, velbus
Het plaatsen van terminators op het einde van een busbedrading, kan veel problemen verhelpen.
Velbus Terminators
Elke Velbus module heeft een terminator die bij levering open staat. In een doorsnee Velbus installatie moeten exact twee terminators gesloten worden op de verste uiteinden van de buskabel. In de praktijk wordt meestal de terminator gesloten van één van de modules in de elektriciteitskast, en één in een module op het uiteinde van de (bij benadering) langste buskabel. Een terminator wordt gesloten door de twee terminatorpinnen met elkaar te verbinden door middel van de bijgeleverde jumper. (Sommige modules hebben een switch in de plaats van een jumper, in dat geval wordt de terminator gesloten door de switch op “1” te zetten).
Het is aan te raden om te noteren waar de gesloten terminators zich bevinden, aangezien deze later in de muur ingewerkt kunnen zitten (of in de elektriciteitskast). In Velbuslink kan manueel een terminator icoon toegevoegd worden naast de modules met gesloten terminators. (Bij de meeste modules wordt deze informatie niet in de module zelf bewaard, maar enkel in het Velbuslink projectbestand op de PC.) Vergeet ook niet, wanneer later modules toegevoegd zouden worden, om indien nodig de terminators aan te passen.
Adressen:
Elke Velbus module moet een uniek 8-bit adres hebben, zodat in totaal maximum 253 adressen (255 min twee adressen die gereserveerd zijn door het system (0 and 255)) kunnen toegekend worden in een Velbus installatie.
Bij alle recente modules gebeurt het toewijzen van adressen elektronisch met behulp van de configuratiesoftware Velbuslink. (Sommige van de oudere modules hebben twee draaischakelaars om het adres manueel in te stellen op de module zelf).
De meeste modules hebben één adres. Velbus glazen bedieningsmodules (de VMBGPxxx serie) kunnen meerdere adressen hebben: 1 tot 4 adressen voor de drukknopbedieningen (1 adres per 8 knoppen), en een optioneel bijkomend adres voor de thermostaatwerking.
Elk adres in Velbus is verder onderverdeeld in kanalen (max. 8 kanalen per adres). Een adres komt normaal gezien overeen met een module, terwijl kanalen overeenkomen met de individuele drukknoppen, relaiscontacten, rolluikkanalen enz. die deel uitmaken van die module.
In onderstaande schermafbeelding uit Velbuslink bijvoorbeeld zien we dat:
- module VMB4RYNO met adres 01 over 5 kanalen beschikt (CH1-CH5), namelijk 4 relaiscontacten en één virtueel relais
- module VMB8PBU met adres 02 over 8 kanalen beschikt (CH1-CH8), die overeenstemmen met de 8 drukknoppen
Aan kanalen en modules kunnen ook namen gegeven worden (zie “Installatiegids, Deel 2: Programmatie”).