Domotica verdeelkasten & Toebehoren
De keuze van de zekeringkast of Domotica kast hangt van verschillende factoren af.
In eerste instantie moet er bepaald worden hoe groot de kast moet zijn, hoeveel modules er in de kast worden voorzien en hoeveel extra ruimte wil je voorzien voor latere mogelijke uitbreidingen.
Elke component in de kast heeft een aantal standaard module breedte, dat kan gaan van 1 module (bijvoorbeeld een Eltako impulsschakelaar) tot wel 12 modules voor een Domotica module (bijvoorbeeld de Domintell centrale master controller).
Automaten of automatische zekeringen hebben een breedte van 2 modules voor monofase, 3 modules voor een 3 x 230V aansluiting en zijn 4 modules breed bij een net op 3 fase (drijfkracht genoemd).
De standaard kasten (Schneider Boxplus) van 18 tot 72 modules hebben allemaal een breedte van 18 modules. Dat wil zeggen dat afhankelijk van de grootte meerdere 1 of meerdere rijen zijn van 18 modules. De Schneider Boxplus kasten kunnen gecombineerd worden, deze kunnen bij voorkeur naast elkaar worden gemonteerd en zo een grotere kast vormen.
De grotere metalen kasten (Eaton X-Board serie) hebben een breedte van 24 modules tot 35 modules per rij (of ook wel Din-rail genoemd), afhankelijk van het type.
Afhankelijk van het aantal modules die je zal plaatsen en de beschikbare plaats in je technische ruimte kies je de meest geschikte schakelkast. Ben je niet zeker wat de grootte van je zekeringkast betreft, kan je ons steeds contacteren voor bijkomend advies.
Hoe verbind ik de zekeringkast aan de meterkast?
De kabel die moet worden voorzien tussen de meterkast (25D60 tellerkast) is voor een standaard residentiële aansluiting van 40A een XVB 4x10mm². Dit is een kabel met 4 geleiders zonder aarding waarvan er 2 worden gebruikt bij monofase en alle 4 bij een driefase + neuter net.
De kabel wordt in de zekeringkast aangesloten op de hoofd verliesstroomschakelaar van 300mA (die staat altijd in het begin van de installatie).
De verzegelbare differentieelschakelaar (of verliesstroomschakelaar genoemd) met een nominale schakelwaarde aangepast aan de stroomopwaartse beveiliging van de distributienetbeheerder (steeds minstens 40A; hoger indien ook de hoofdbeveiliging op 50A of 63A zit). Deze schakelaars dienen de aanduiding “22,5kA²s” te dragen (tot 40A) en van het type A te zijn.
De lengte van de kabel wordt bepaalt door de afstand tussen de plaatsing van de meterkast en de zekeringkast. Neem 2 meter extra voor de meterkast, de kabel wordt aangesloten door de technieker van de energieleverancier, nadat de Technische keuring is afgerond.
De Meterkast wordt met een EXVB 4x10mm² aangesloten op het net.