Tweepolige automatische zekeringen
- Al onze verzendingen zijn verzekerd !
- Professioneel advies
- Thuis levering of postpunt
Wat is een automatische zekering?
De automaat is een beveiligingscomponent in een elektrische installatie. De werking is dubbel. Door een magnetisch spoeltje binnenin de automaat zorgt de component voor een bescherming tegen kortsluiting. Door een bimetaal beschermt hij tegen overbelasting.
De automaat onderbreekt het elektrische circuit als de stroom die de installatie ingaat te groot wordt.
Het is niet zoals zoveel mensen denken dat de automaat het toestel beschermt die erop aangesloten is, maar wel de bedrading die erop aangesloten is.
Er moet een automaat geplaatst worden wanneer de kabel langer is dan 5 meter!
Elke automaat heeft een bijbehorende kabeldikte;
Op elke automaat staat aangeduid welke de nominale stroomsterkte is (van 16 A tot 125 A).
Dat is belangrijk om te weten welke kabelsectie (= dikte van de geleider) je moet gebruiken. Om oververhitting te vermijden en brandgevaar te voorkomen, moet de stroomsterkte die door de geleiders gaat, worden beperkt op basis van hun doorsnede in mm2.
Doorsnede in mm² |
Nominale stroom automaat (A) |
1,5 |
16 |
2,5 |
20 |
4 |
25 |
6 |
40 |
10 |
63 |
16 |
80 |
25 |
100 |
35 |
125 |
Uitschakelkarakteristiek:
De uitschakelkarakteristiek is een tijd-stroom curve, die weergeeft binnen welke tijd een automaat uitschakelt afhankelijk van de grootte van de stroom die erdoor vloeit.
Om er voor te zorgen dat de automaten bij diverse specifieke omstandigheden niet onnodig aanspreken zijn ze verkrijgbaar met verschillende uitschakelkarakteristieken.
De uitschakelkarakteristiek van een B-karakteristiek ligt tussen de 3 en 5. Bij kortsluiting schakelt een B16 automaat dus uit tussen de 48A en 80A.
De uitschakelkarakteristiek van een C-karakteristiek tussen de 5 en 10. Bij kortsluiting schakelt een C16 automaat dus uit tussen de 80 en 160A.